1Een psalm van David. Ik wil een lied zingen over goedheid, liefde en rechtvaardigheid. Voor U, HERE, wil ik een psalm zingen.2Ik zorg ervoor dat ik zuiver leef. Komt U naar mij toe? Ik leef oprecht en eerlijk.3Ik denk niet aan onzuivere dingen. Ik haat de levenswandel van de zondaars. Daar houd ik mij verre van.4Iemand met een zondig hart moet ver van mij wegblijven en misdadigers wil ik niet kennen.5Wie stiekem kwaadspreekt over zijn kennissen, wil ik vernietigen. Wie hoogmoedig en trots is, kan ik niet verdragen.6Ik ben op zoek naar eerlijke mensen, die mogen bij mij wonen. Wie zuiver leeft, mag mij dienen.7Bedriegers mogen niet in mijn huis komen en leugenaars kan ik niet zien!8Elke dag opnieuw vernietig ik de ongelovigen in dit land en in Jeruzalem wil ik de zondaars uitroeien.