1Dit is de boodschap die Jeremia Baruch gaf in het vierde regeringsjaar van koning Jojakim, de zoon van Josia, nadat Baruch al Gods boodschappen had opgeschreven, zoals Jeremia ze hem dicteerde:2‘Baruch, de HERE God van Israël zegt dit tegen u:3“U hebt gezegd: ik kan het niet meer aan! Heb ik al geen moeilijkheden genoeg? Nu geeft de HERE mij nog meer! Ik ben uitgeput door mijn verdriet en vind nergens rust.4Maar vertel Baruch dit: de HERE zegt: Ik zal dit volk dat Ik heb opgebouwd, verwoesten. Wat Ik heb geplant, zal Ik uitrukken.5Zou u voor uzelf iets bijzonders nastreven? Doe dat niet, want Ik zal een groot onheil over dit hele volk brengen. Maar uw leven zal Ik beschermen, waar u ook heen gaat.” ’