1‘Als al deze dingen over u komen, de zegeningen en vervloekingen die ik heb opgenoemd, zult u tot het juiste inzicht komen terwijl u onder de volken leeft waarheen de HERE u heeft verdreven.2En als u in die tijd naar de HERE, uw God, wilt terugkeren en u en uw kinderen zijn begonnen met heel hun hart de wetten en regels die ik u vandaag geef, te gehoorzamen,3dan zal de HERE, uw God, u uit uw gevangenschap redden. Hij zal u genade schenken, naar u toe komen en u bijeenbrengen uit alle volken waaronder Hij u heeft verspreid.4Ook al zou u zich in de verste uithoeken van het heelal bevinden, Hij zal u vinden en terugbrengen naar het land van uw voorouders.5Hij zal ervoor zorgen dat het u goed gaat, nog meer dan uw voorouders, en u in aantal doen toenemen.6Hij zal de harten van u, uw kinderen en uw kleinkinderen reinigen, zodat u weer met hart en ziel van de HERE, uw God, kunt houden. Zo zal Israël weer tot leven komen!7-8Als u terugkeert naar de HERE en alle wetten en regels die ik u vandaag geef, gehoorzaamt, zal de HERE, uw God, zijn vervloekingen van u afnemen en deze tegen uw vijanden richten, tegen hen die u haten en vervolgen.9De HERE, uw God, zal u voorspoed geven bij alles wat u doet. Hij zal u veel kinderen, veel vee en grote oogsten geven, want de HERE zal opnieuw vreugde over u hebben, net als over uw voorouders.10Hij zal blij met u zijn als u zijn geboden die in dit wetboek zijn geschreven, gehoorzaamt en u met hart en ziel wendt tot de HERE, uw God.11Want deze geboden zijn niet te moeilijk om nageleefd te worden.12Deze wetten zijn niet hoog in de hemel zodat u ze niet kunt zien of horen en er niemand is die ze bij u kan brengen.13Ze zijn ook niet aan de overkant van de zee, zo ver weg dat niemand u hun boodschap kan overbrengen.14Nee, zij zijn vlakbij— in uw hart en op uw lippen—zodat u ze kunt gehoorzamen.15Luister, vandaag heb ik u de keus gegeven tussen leven en dood, geluk en ellende.16Ik heb u vandaag opdracht gegeven de HERE, uw God, lief te hebben, zijn paden te volgen en zijn wetten na te leven. Dan zult u leven en een groot volk worden. De HERE, uw God, zal u en het land dat u in bezit gaat nemen, dan zegenen.17Maar als uw hart zich afwendt en u niet wilt luisteren—als u zich laat verleiden andere goden te aanbidden—18dan verklaar ik u hier vandaag dat u zeker zult worden vernietigd, u zult geen lang en goed leven hebben in het land aan de overkant van de Jordaan.19Hemel en aarde zijn mijn getuigen dat ik u vandaag de keus heb gegeven tussen leven en dood, zegen en vloek. Kies dan toch het leven, zodat u en uw kinderen mogen leven!20Kies voor het liefhebben en gehoorzamen van de HERE, uw God. Houd u aan Hem vast, want dat is uw leven. Dat verzekert u van een lang leven in het land dat de HERE beloofde aan uw voorouders Abraham, Isaak en Jakob.’